Drive-through netwerken in de VS

Netwerken-Geralt-Pixabay“Hoi, hoe heet je, wat doe je, heb je een visitekaartje en leuk je te ontmoeten.” Na het hijgend antwoord geven op deze vragen stel je ze onmiddellijk ook aan de persoon die het aan jou vroeg.  Of je begint zelf met dit snelle voorstelrondje. Dat kan natuurlijk ook. Hoe dan ook, het Amerikaanse netwerken gaat heel anders dan bij ons in Nederland.

 

Op Nederlandse netwerkevenementen stel je je voor en vertel je, heel voorzichtig, wat je doet voor de kost om al snel op een algemeen praatje over te gaan. Over het weer bijvoorbeeld. Of over de locatie waar je bent, het aantal aanwezige mensen, je hobby en waar je op vakantie naar toe gaat of bent geweest. Je wilt immers niet dat de ander denkt dat je alleen maar op zoek bent naar werk of inkomsten. 

Aas aan een hengel

Dat is in Amerika anders. Daar netwerk je om zo snel mogelijk nieuwe opdrachten te vinden. Mijn eerste Amerikaanse netwerkevenement was dan ook bijna een schok. Bij binnenkomst in het restaurant van een bierbrouwerij moest ik mezelf op een formulier inschrijven en mijn visitekaartje in een bak doen. Vervolgens mocht ik door naar het ontvangstgedeelte. Hier bleken zich zo’n vijftig mensen verzameld te hebben. Ze stonden in plukjes bij elkaar, allemaal een glas bier of wijn in de hand. Tot zover niet zoveel verschil. Maar hoe maak je vervolgens contact? Moet je naar iemand toelopen als je nieuw binnenkomt? Nou, dat werd al snel duidelijk. Ik leek wel het aas aan een hengel, zo kwamen de visjes naar mij. “Hoe heet je, wat doe je, heb je een visitekaartje’. Het was het spervuur van drie vragen in 10 seconden. Ik stelde me voor,  zei wat ik deed, gaf het kaartje en wachtte op de ander om zich voor te stellen. Het bleef stil. Het eerste visje droop af. Wat ging hier mis? Ik ging een beetje aan de zijkant staan en observeerde. Al snel zag ik dat je onmiddellijk dezelfde vragen moest stellen nadat je antwoord gaf. Niet afwachten tot de ander begon. Goed. Dat was dus het geheim.

Een tweede visje kwam naar me toe. We deden het quick quick vraag en antwoordspel en dat werkte. Want toen ontspon zich een geanimeerd, al was het kort, gesprekje. Met een overduidelijk accent krijg je immers al snel de vraag waar je vandaan komt. Zoveel staten, zoveel dialecten. Maar het antwoord “From The Netherlands”, is altijd goed voor een zucht van verrukking: “O yeah, Amsterdam”. Mijn pogingen om uit te leggen dat Nederland groter is dan Amsterdam en dat er in Amsterdam meer te zien is dan ‘rookwolken’ sloegen niet bij alle visjes aan. En dat ik, afkomstig uit Amsterdam, o nee, Nederland, niet eens sigaretten rook was voor een paar mensen ook bijna niet te bevatten. Want in Nederland rookt iedereen. Toch?

Bijzonder tijdstip

Ook het tijdstip van netwerken is bijzonder: de meeste bijeenkomsten zijn tussen 6 en 8 uur ’s avonds. Dat betekent met een hongerige maag vrolijk netwerken, of heel vroeg eten. Vaak  worden er snackjes geserveerd, waar ik dan weer niets aan heb omdat het allemaal gefrituurd én met vlees is. Maar dat is mijn probleem. In ieder geval vlogen de twee uurtjes netwerken vlogen voorbij. Ik sprak met bijna iedereen en ging met een mapje gevuld met visitekaartjes, en een lege maag, de deur weer uit.
Die visitekaartjes zijn heilig hier: je bewaart ze. Want is het niet voor jezelf dan is het wellicht interessant voor iemand in je vrienden- en kennissenkring. En dat doorgeven schijnt ook heel vaak te gebeuren.

Hetzelfde als in Nederland

Na die eerste bijeenkomst volgden er meer. En ik zie steeds meer de voordelen van het snelle netwerken. Je weet direct wie je voor je hebt en wat hij of zij doet en wordt niet afgeleid door verhalen die niet met werk te maken hebben. Je spreekt bijna iedereen op die manier omdat het zo kort en krachtig is.
En soms heb je met iemand een klik en spreek je af voor een lunch om elkaar wat beter te leren kennen. Want wat dat betreft is het netwerken niet anders dan in Nederland: met sommige mensen blijf je in contact.

 
 
Plaats reactie